Ballonangioplastiek Verwijding van vernauwde slagaders

Wanneer uw kransslagaders of perifere arteriën vernauwd zijn door plaque die opbouwt in uw arteriën, kunt u last krijgen van coronaire en perifere arteriële aandoening. Als dat gebeurt, wordt de bloedstroom door uw vaten beperkt en kan tot grotere complicaties leiden wanneer trombose zich ophoopt en via uw vaten naar de hersenen of het hart wordt gestuwd. Dit kan tot een beroerte leiden. Daarom kan uw arts balonangioplastie aanbevelen: een minimaal invasieve methode om vernauwde slagaders vanuit het vat te verwijden. Deze procedure heeft tot doel een voldoende toevoer van zuurstofrijk bloed in de getroffen delen van het hart of het lichaam te herstellen. Een arts voert deze procedure uit in een catheterisatielaboratorium ("cath lab") onder plaatselijke verdoving.

Als uw arts u een ballonangioplastiek heeft aanbevolen, ontvangt u gedetailleerde instructies over hoe u zich op de ingreep moet voorbereiden. Uw cardioloog kan onder meer het volgende adviseren: 

• Om enkele dagen vóór de ingreep te stoppen met het gebruik van bloedverdunnende medicijnen. 

• Om ongeveer 12 uur vóór de implantatie geen voedsel meer te nuttigen. 

• Als u regelmatig andere medicijnen gebruikt, vraag dan uw arts of u de medicatie moet blijven innemen vóór uw procedure. 

Naast de informatie die uw zorgverlener u zal verstrekken, hebben wij veelgestelde vragen en een checklist samengesteld die u wellicht wilt bekijken en met uw arts kunt bespreken. 

Om bij het vaatstelsel van het hart te kunnen komen, maakt de arts een kleine insnede in de huid bij de liesstreek en plaatst hij een inbrengsluis: een buisje waardoor de ballon in de femorale arterie kan worden ingebracht. De inbrengsluis zorgt voor een open en veilige toegang voor instrumenten die tijdens de procedure nodig kunnen zijn. In uitzonderlijke gevallen wanneer een geblokkeerd vat zich in de arm bevindt kan de arts daar toegang verkijgen. Nadat de inbrengsluis correct is geplaatst, wordt er een katheter in het vaatstelsel ingebracht. Om de exacte locatie van de vernauwing vast te stellen, spuit de arts een contrastmedium in de katheter. Er wordt vervolgens gebruik gemaakt van rontgenbeelden om de locatie en de omvang van de vernauwing of afsluiting van het vat te bestuderen. 

Een arts vult de katheterballon met lucht. Naarmate de ballon groter wordt, drukt deze de plaque en ander blokkerend materiaal tegen de wand van de slagader en opent het vat om de bloedstroom te herstellen. Nadat het vernauwde vat succesvol is verwijd, laat de arts de ballon leeglopen voordat hij deze uit het lichaam haalt. Alle overige instrumenten worden verwijderd en de punctuurplaats wordt zorgvuldig afgedicht.

Afhankelijk van uw ingreep blijft u na de ballondottering enkele uren in bed in het ziekenhuis. Je zult waarschijnlijk ook de nacht in het ziekenhuis doorbrengen. Zodra u weer thuis bent, controleert u de incisieplaats op bloedingen, zwellingen, abnormale verkleuringen en let u op ongewone pijn en temperatuurveranderingen op of nabij de insnijding. Een kleine blauwe plek nabij de insnijding is normaal. Mocht u overmatig bloeden uit de insnijding, neem dan contact op met uw arts.

Met klassiek ballonangioplastiek, soms ook wel 'plain old balloon angioplasty' (POBA) genoemd, wordt het vernauwde vat mechanisch verwijd. Als er een risico op het opnieuw verstopt raken van het vat bestaat, kan het nodig zijn om na de mechanische verwijding een medicijn-afgevende ballon in te brengen voor een optimale behandeling. Medicijn-afgevende ballonnen worden gebruikt om het risico op een hernieuwde vernauwing van het vat (restenose) te verkleinen. De coating bestaat zowel uit een medicijn dat de ontsteking vermindert en restenose voorkomt als uit inactieve substanties (hulpstoffen) die het medicijn aan de wand van het vat afgeven. Voordat er een medicijn-afgevende ballon wordt gebruikt, moet het vat worden voorbereid door middel van een procedure die lijkt op klassiek ballonangioplastiek. Nadat het vat is verwijd, wordt de medicijn-afgevende ballon via de een katheter in het geprepareerde deel van het vat geplaatst en opgeblazen. Zodra de coating in contact komt met het vat, wordt het medicijn aan vaatwanden afgegeven. De arts houdt de ballon enige tijd opgeblazen, zodat het weefsel genoeg medicatie opneemt. De arts laat de ballon leeglopen en haalt deze uit het lichaam. De procedure eindigt op de hierboven beschreven manier.